Op zaterdag 14 september 1940 ontstaat door blikseminslag brand in de schuur van landbouwer H. Mast in Bleiswijk.
Aan begin werd gedacht dat de brand was op Zoetermeers grondgebied en zodoende waren de vrijwilligers van de brandweer Zoetermeer gealarmeerd. Toen duidelijk werd dat de brand in Bleiswijk was, gingen de vrijwilligers al weer huiswaarts. In tweede instantie kwam het verzoek van de burgermeester van Bleiswijk voor bijstand, waarna de vrijwilligers weer snel weer bij elkaar werden geroepen en uitgerukt werd naar Bleiswijk.
Het dak was en is van riet en dakpannen. Deze constructie is wel beter voor de ventilatie maar vliegt snel in brand. Het gebeurde ’s avonds en alles was al afgesloten. De paarden (12 boxen met 25? paarden) stonden met kettingen aan elkaar. Er was geen redden meer aan, alles brandde af. Na deze ramp werd de schuur weer herbouwd volgens dezelfde dakconstructie.
(Oudheidkundige Vereniging en Museum Bleiswijk: http://www.ovmb.nl/Fotoarchiefboerderijen.htm)
Onder het oog van de bezetters vonden de bluswerkzaamheden plaats. Op alles hadden zij wat aan te merken, maar toen ze gingen commanderen, kwam de verzetsgeest boven. De reactie was ophouden met blussen, met als gevolg, dat bijna Jan Kool (brandweerman) was meegenomen. De burgemeester van Bleiswijk verleende zijn bemiddeling, waarna Jan Kool weer mee kon met zijn collega's. Aldus verteld tijdens een buitengewone ledenvergadering van de Autospuit in ca 1952.